Eén van de eerste dingen die opvalt als je in IJsland een route uitstippelt, is dat plaatsnamen niet uit te spreken en te onthouden zijn. Neem de bestemming van vandaag: Þingvellir (Thingvellir), met Almannagjá en Öxarárfoss. Tongbrekers van de eerste orde. Maar achter deze ingewikkelde namen gaan prachtige locaties schuil.
Onze eerste stop van de dag is het natuurgebied Þingvellir. Dit gebied is de scheidingslijn tussen het Noord-Amerikaanse en het Euraziatische continent. De Almannagjá is de diepe kloof die de twee continenten splitst. Elk jaar drijven ze hier een paar centimeter uit elkaar.
Hier begon de IJslandse geschiedenis en belangrijke momenten worden er gevierd door de IJslanders. Een groot aantal Saga’s speelt zich hier af.
Grote zwarte stenen van gestold lava rijzen metershoog aan weerszijden op. Het is mogelijk hier tussendoor te lopen, wat zeker indrukwekkend is.
Omdat Almannagjá onderdeel is van de ‘Golden Circle’, de drie attracties Reykjavik die alle toeristenbussen aandoen, was het hier erg druk. Dat neemt wel wat van de charme weg, maar het blijft een magische plaats.
Öxarárfoss
Een klein stukje rijden vanaf Almannagjá, nog in hetzelfde gebied, is Öxarárfoss te vinden. Hier was het een stuk rustiger en konden we de aardkloof en bijbehorende waterval in alle rust bewonderen.
We waren met volle bepakking op pad gegaan. Onze uitrusting boezemde ontzag in bij de andere bezoekers van de waterval, want zodra wij onze statieven hadden verwijderd begon iedereen vanuit dezelfde hoek en op dezelfde manier foto’s te schieten.