De IJsland Saga

De zeehondenbaai bij Hvammstangi

Zeehond bij Hrútafjörður

We reden 424 kilometer langs de noordkust van IJsland. We deden de stad Akureyri aan, die bekend staat als de ‘hoofdstad van het noorden’. Akureyri heeft voor IJslandse begrippen een groot aantal inwoners: meer dan 17.000. Dit maakt het buiten de regio Reykjavik de grootste stad van IJsland.

Zodra we Akureyri binnenreden viel op dat hier heuse winkelstraten zijn, evenals restaurants, uitgaansgelegenheden, scholen, een bioscoop en een theater. Precies wat je zou verwachten in een gangbare stad, waar er honderden van zijn in Nederland. Op IJsland is dit echter vrij zeldzaam. De meeste dorpjes tellen niet meer dan 100 inwoners. Wat op ons overkomt als een dorpje ter grootte van Urk, zal voor IJslanders aanvoelen als een wereldstad.

In Akureyri liepen we langs het kerkje en door het niet zo indrukwekkende centrum. Er is een botanische tuin, die flora uit de buurt herbergt. Maar aangezien die redelijk beperkt is, waren we daar snel doorheen.

We besloten door te rijden naar onze eindbestemming: een guesthouse in de bergen, op ongeveer 10 minuten rijden van het plaatsje Hvammstangi.

We reden door uitgestrekte groene valleien, met besneeuwde bergtoppen aan weerszijden. We stopten onderweg alleen nog om onze lunch naar binnen te werken, toen we een mooi plekje daarvoor hadden gevonden.

Zeehonden

We hadden nog een hele middag over, toen we bij het guesthouse aankwamen. Deze hebben we besteed met een route langs de kust, langs het Miðfjörður. Hier zouden zich namelijk zeehonden ophouden. En inderdaad! In een beschutte baai, op een vulkanisch eilandje voor de kust, lag een groepje zeehonden lekker te zonnen.

Ze deden meer dan alleen zonnen. Ik zag er twee elkaar een kusje geven. Lief toch?

Eén van de zeehondjes kwam bij ons een kijkje nemen. Hij zwom tot vlak voor de kust, keek even in het rond, blafte een paar keer en dook toen weer onder.

De route langs de kust had nog meer verrassingen in petto. Een aparte vogel (laten we het een IJslandse ‘gog’ noemen) blokkeerde het pad. Voordat we hem aanspoorden om plaats te maken voor onze auto, maakten we van de gelegenheid gebruik om hem op de foto te zetten.

Er is ook een merkwaardige rots bij Miðfjörður te vinden. Als het hoog water is, staat hij deels onder water, maar nu is het vulkanische zandstrand eronder goed te zien. Het leverde weer een fraai plaatje op.

Na de middagbesteding aan het Miðfjörður reden we naar het guesthouse. Voor het eerst waren we oprecht verbaasd over de slaapplaats. Het bleek een witte container te zijn. Wel warm en met bedden en een badkamertje erin. Maar toch. Een container!

Gelukkig rijden we morgen weer door naar Reykjavik.

Mobiele versie afsluiten